Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Eén van de kinderen van EP (Kroatië) heeft in het kader van het Erasmus+-programma steun voor onderwijsmobiliteit ontvangen voor het academiejaar 2014-2015 om een studieverblijf aan een universiteit in Finland door te brengen.

De belastingdienst heeft bij de berekening van de aftrek voor de inkomstenbelasting van EP rekening gehouden met voornoemde steun.

In het kader van een geding hierover tussen EP en het ministerie van Financiën van de Republiek Kroatië, vraagt de verwijzende rechter zich af of een dergelijke nationale regeling in strijd is met het vrije verkeer van EU-burgers. Zij heeft in dit verband prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.

Het HvJ verklaart het volgende voor recht.

Artikel 20 en 21 VWEU, gelezen in het licht van artikel 165, lid 2, tweede streepje, VWEU,

moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een regeling van een lidstaat waarbij er bij de bepaling van de hoogte van de persoonsgebonden basisaftrek waarop een belastingplichtige ouder recht heeft voor zijn ten laste komende kind, rekening wordt gehouden met de steun voor onderwijsmobiliteit die dat kind in het kader van het Erasmus+-programma heeft ontvangen, wat mogelijkerwijs tot gevolg heeft dat bij de berekening van de inkomstenbelasting het recht op verhoging van die aftrek verloren gaat.

Conform conclusie A-G Szpunar, ECLI:EU:C:2024:583.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HvJ
Datum instantie
16 januari 2025
Rolnummer
C‑277/23
ECLI
ECLI:EU:C:2025:18
NLF-nummer
NLF NLF
bwbv0001506&artikel=165,bwbv0001506&artikel=20,bwbv0001506&artikel=21

Naar de bovenkant van de pagina