Samenvatting
Na een controle door de nationale belastinginspectie van Litouwen is gebleken dat een vennootschap (BUAB Nekilnojamojo turto valdymas) meerdere bepalingen van de btw-wet had geschonden, door in het btw-aftrekbedrag de btw van bepaalde btw-facturen op te nemen die niet rechtsgeldig waren, en handelingen te verrichten die gepaard gingen met btw-fraude. De vennootschap werd daarna veroordeeld tot betaling van btw, btw-vertragingsrente en een boete wegens niet-betaling van btw.
De vennootschap heeft tevergeefs verzocht om vrijstelling van betaling van de btw-vertragingsrente.
Het is de vraag of de veroordeling tot het betalen van een vertragingsrente, hetgeen een maatregel is met een bestraffende werking, mogelijk is wanneer de grondslag voor de berekening van deze rente voortkomt uit dezelfde handelingen als die waarvoor de vennootschap strafrechtelijk wordt vervolgd. De verwijzende rechter vraagt zich af of dit strijd oplevert met het ne-bis-in-idembeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Zij heeft hierover twee prejudiciƫle vragen gesteld aan het HvJ.