Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 6 maart 2020 is door een medewerker van WOZ-specialist A namens X bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van 31 januari 2020 inzake het belastingjaar 2020. X is op 23 juli 2020 overleden.

De Heffingsambtenaar heeft ten aanzien van de erven van X uitspraak op bezwaar gedaan.

Een medewerker van A heeft vervolgens beroep ingesteld.

Rechtbank Oost-Brabant heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Dat acht Hof Den Bosch onterecht.

De erfgename is als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten. Het Hof acht aannemelijk dat de erfgename de bedoeling heeft gehad om de procedure voort te zetten. Zij had gemachtigde ten tijde van het instellen van het beroep niet gemachtigd daartoe. Met het afgeven van een machtiging van 14 februari 2021 achteraf heeft zij de ten tijde van het instellen van het beroep ontbrekende machtiging echter bekrachtigd.

De zaak wordt teruggewezen naar de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
28 augustus 2024
Rolnummer
22/1167
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:2740
NLF-nummer
NLF 2024/2814
Aflevering
17 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina