Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft de Oekraïense nationaliteit en verblijft naar eigen zeggen vanaf 31 juli 2022 onafgebroken in Nederland. X heeft geen vluchtelingenstatus. Hij heeft zich op 28 september 2022 ingeschreven in de BRP. X bezit twee appartementen in Oekraïne.

Op 17 oktober 2022 heeft X een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten met een supermarkt in de functie van ‘solutions engineer’. Op 18 oktober 2022 is hij gestart met zijn werkzaamheden voor de supermarkt.

X heeft verzocht om toepassing van de 30%-regeling maar het verzoek is afgewezen.

Dat acht Rechtbank Zeeland-West-Brabant terecht.

De Rechtbank heeft onvoldoende inzicht verkregen in de feitelijke situatie van X om aannemelijk te achten dat hij in het buitenland woonde op 17 oktober 2022. Hij voldoet niet aan de op hem rustende bewijslast. X kwalificeert niet als ingekomen werknemer in de zin van artikel 10e, lid 2, onderdeel b, Uitv.besl. LB 1965.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2022 e.v.
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
27 januari 2025
Rolnummer
23/10071
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:394
NLF-nummer
NLF 2025/0279
Aflevering
4 februari 2025
bwbr0002489&artikel=10e&lid=2,bwbr0002489&artikel=10e&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina