Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Heffingsambtenaar van de gemeente Vlaardingen heeft aan X (belanghebbende) bij beschikking van 27 oktober 2021 een naheffingsaanslag parkeerbelastingen opgelegd ten bedrage van € 67,70, bestaande uit € 2,40 parkeerbelasting en € 65,30 kosten voor het opleggen van de naheffingsaanslag.

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat niet een te hoog bedrag aan kosten van de naheffingsaanslag in rekening is gebracht.

Voor wat betreft de plaats waar X heeft geparkeerd, heeft Rechtbank Rotterdam op goede gronden een juiste beslissing gegeven. De Rechtbank acht, anders dan X betoogt, sprake van parkeren in de zin van artikel 225, lid 2, Gemw. Er zijn geen omstandigheden geconstateerd waaruit blijkt dat de locatie waar X geparkeerd stond, niet als parkeervak kon worden aangemerkt.

Aangezien de desbetreffende straat is aangewezen zoals in artikel 225 Gemw staat beschreven en de auto op een aangewezen plaats stond geparkeerd zonder dat parkeerbelasting was voldaan, is terecht parkeerbelasting nageheven, aldus het Hof.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
12 december 2024
Rolnummer
23/919
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2338
NLF-nummer
NLF 2025/0300
Aflevering
4 februari 2025
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005416&artikel=234

Naar de bovenkant van de pagina