Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) organiseert tegen vergoeding besloten themafeesten op exclusieve locaties die tot kort voor het feest geheim worden gehouden. Op een feest draaien over het algemeen twee tot drie dj’s en treden dansers op. Voor de feesten gelden algemene kledingvoorschriften. Indien daaraan niet wordt voldaan, mag men niet naar binnen. Vrouwen hebben uitsluitend toegang wanneer zij zijn gekleed in sexy lingerie. Mannen moeten een nette pantalon en een overhemd dragen. Zij mogen met ontbloot bovenlijf verschijnen indien zij beschikken over een voldoende gespierd bovenlijf.

In geschil is of de feesten die X organiseert onder het verlaagde tarief vallen als bedoeld in artikel 9, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968 in samenhang met Tabel I, post b.14, onderdeel d, Wet OB 1968. Tussen partijen is niet in geschil dat X één prestatie verricht.

Hof Den Haag oordeelt dat de feesten soortgelijk zijn aan danceparty’s. X heeft aannemelijk gemaakt dat op deze feesten muziek (met daarbij bepaalde effecten, zoals licht en video) wordt uitgevoerd door dj’s in combinatie met optredens van podiumartiesten (dansers) en dat de bezoekers komen om te dansen. Er is sprake van muziekuitvoeringen zoals omschreven in het besluit van 4 september 2014, BLKB2014/123M. X heeft aannemelijk gemaakt dat het de modale bezoeker is te doen om het dansen en feesten en niet om het ontmoeten van gelijkgestemde (ruimdenkende) mensen met het oog op wat eventueel na het feest gebeurt. Op de feesten is het verlaagde tarief van toepassing.

Het hoger beroep is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013-2018
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
9 februari 2023
Rolnummer
22/00270; 22/00271; 22/00272; 22/00273; 22/00274; 22/00275; 22/00276
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:305
NLF-nummer
NLF 2023/0624
Aflevering
23 maart 2023
bwbr0002629&artikel=9&lid=2,bwbr0002629&artikel=9&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina