Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is actief in de uitzendbranche. Zij contracteert uitzendkrachten op basis van een uitzendcontract met uitzendbeding.

Een van haar contractanten, A, heeft op 19 april 2011 een uitkering op grond van de Wet WIA aangevraagd, die per 21 april 2011 is geweigerd omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was.

A is per 15 juli 2013 in dienst getreden bij X en per 1 oktober 2015 ziek uit dienst gegaan. Per 6 juni 2016 is A opnieuw in dienst getreden bij X. Per 1 oktober 2016 is zijn arbeidsovereenkomst beëindigd, en per 4 oktober 2016 is hij weer ziek gemeld. A heeft in beide ziekteperioden in 2016 – de periode tot en met 5 juni 2016 en de periode vanaf 6 oktober 2016 –ziekengeld ontvangen op basis van de Ziektewet (hierna: ZW).

In geschil is of terecht de ZW-lasten 2016 ter zake van A aan X zijn toegerekend voor de bepaling van haar premiepercentage Whk 2018. Dat is volgens Hof Arnhem-Leeuwarden niet het geval.

Het Hof heeft geoordeeld dat het vanaf 6 oktober 2016 aan A betaalde ziekengeld is betaald op grond van de no-riskbepaling van artikel 29b, lid 1, onderdeel b, ZW (tekst 2016), en daarom niet als een last van ziekengeld aan A toegerekend dient te worden. Omdat A op 15 juli 2013 binnen de eerste vijfjaarstermijn van artikel 29b ZW, lid 1, onderdeel b, ZW bij X in dienst is getreden, wordt vanaf dat moment aan alle voorwaarden voor toepassing van artikel 29b, lid 1, onderdeel b, ZW voldaan.

De staatssecretaris betoogt in cassatie dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het ziekengeld dat A per 6 oktober 2016 ontving, is betaald op grond van de no-riskbepaling en daarom niet aan X toegerekend kan worden.

Dit betoog faalt. Uit de tekst van het voornoemde artikel volgt niet eenduidig of de bescherming van de no-riskbepaling komt te vervallen in een geval waarin een dienstbetrekking is geëindigd, en na afloop van vijf jaren na het verstrijken van de wachttijd een nieuwe dienstbetrekking bij dezelfde werkgever wordt aangegaan, als die tweede dienstbetrekking nog aanvangt binnen vijf jaren na aanvang van de eerste dienstbetrekking. Het specifieke doel van de no-riskbepaling moet echter bij de uitleg van de bepaling prevaleren, aldus de Hoge Raad. Het aan A uitgekeerde ziekengeld wordt niet aan X toegerekend bij het bepalen van de gedifferentieerde premie Whk.

Het cassatieberoep is ongegrond.

Anders, Conclusie A-G Wattel (NLF 2022/0262, met noot van Aksoy).

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HR
Datum instantie
28 oktober 2022
Rolnummer
21/01992
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1557
Auteur(s)
mr. F. Aksoy
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2022/2230
Aflevering
17 november 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5343
bwbr0001888&artikel=29b,bwbr0001888&artikel=29b

Naar de bovenkant van de pagina