Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X BV, een douane-expediteur, heeft in opdracht van D op eigen naam en voor eigen rekening aangifte gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van fietsen.
Volgens de aangifte komen de fietsen uit Maleisië.
Na een onderzoek is vastgesteld dat de fietsen in werkelijkheid in China zijn gefabriceerd en dat deze, met het oog op ontduiking van de in de Europese Unie voor Chinese fietsen verschuldigde antidumpingrechten, via Maleisië naar de Europese Unie zijn overgebracht.
Gelet hierop heeft de Inspecteur zowel douanerechten als antidumpingrechten nagevorderd van X BV.
X BV heeft tijdens de bezwaarfase verzocht om annexen te overleggen, die bij het onderzoeksrapport behoren. Pas in hoger beroep bij Hof Amsterdam heeft de Inspecteur de annexen verstrekt, zij het met weglating (‘witten’) van verschillende daarin voorkomende passages.
Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur door het niet overleggen van de annexen voorafgaand aan het doen van de uitspraak op bezwaar niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan X BV ter inzage heeft verstrekt. Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur daarmee het Unierechtelijke beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging heeft geschonden.
Het Hof heeft aan de schending echter geen gevolgen verbonden voor de onderhavige uitnodigingen tot betaling, omdat X BV niet aannemelijk heeft gemaakt dat de procedure zonder de schending een andere afloop had kunnen hebben.
X BV heeft cassatieberoep ingesteld tegen dit oordeel van het Hof, maar volgens de Hoge Raad is dat ongegrond. Het oordeel van het Hof was niet onbegrijpelijk. Het Hof was niet gehouden tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2008
Instantie
HR
Datum instantie
18 februari 2016
Rolnummer
14/06588
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:255
bwbr0005537&artikel=7:4&lid=2,bwbr0005537&artikel=7:4&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina