Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Deze regeling stelt de mogelijkheid buiten werking dat werkgevers die op de dag van inwerkingtreding van deze regeling zijn ingedeeld in de uitzendsector (sector 52) worden ingedeeld in een sector waarin zij zich specialiseren. Alleen werkgevers die voor die dag al zijn ingedeeld in een andere sector, een ‘vaksector’, of daartoe een aanvraag hebben ingediend voor die datum van inwerkingtreding, kunnen daarin vooralsnog ingedeeld blijven. Voor hen geldt dat een mogelijk andere invulling van de mogelijkheid tot indeling in een vaksector nog nader zal worden bezien.

De afgelopen jaren is het aantal werkgevers dat in plaats van in sector 52 is ingedeeld in een vaksector sterk toegenomen. De veronderstelling was dat deze werkgevers voor de premieheffing vergelijkbaar zijn met andere werkgevers in de vaksector. Deze veronderstelling is in de praktijk niet juist gebleken. Deze ontwikkeling stimuleert de trend dat uitzendarbeid steeds vaker plaatsvindt buiten de uitzendsector en dat vindt de minister van SZW ongewenst.

Daarom is de mogelijkheid voor werkgevers om te worden ingedeeld in een andere sector dan de uitzendsector met ingang van 25 mei 2017 buiten werking gesteld.

Reikwijdte sector 52 vergroot

Al ziet het er niet zo uit, dit is een ingrijpende wijziging van de Regeling Wfsv. Tijdens afgelopen Hemelvaart is van het ene op het andere moment de reikwijdte van de ‘dure’ uitzendsector (52) belangrijk vergroot. Sector 52 geldt ook als niet wordt gewerkt met een uitzendbeding, maar tot die tijd gold er nog wel een uitzondering als de werkzaamheden ‘sec functioneel bezien’ voor meer dan 50% van het totale premieplichtige loon aan één sector konden worden toegerekend. In dat geval kon de werkgever onder de sector vallen waar de werknemers tewerk waren gesteld (de ‘vaksector’). Deze uitzondering is dus plotsklaps komen te vervallen. Als reden wordt genoemd dat dergelijke werkgevers voor wat betreft het werkloosheidsrisico niet vergelijkbaar zijn met ‘reguliere’ werkgevers uit de vaksector, ook al wordt er niet met een uitzendbeding gewerkt. Hierdoor werd de premie van de vaksector relatief hoger en het zou de trend stimuleren om uitzendarbeid steeds vaker buiten de uitzendsector te laten plaatsvinden. Of dat bezwaarlijk is, is een kwestie van opvatting, maar zo denkt de minister van SZW er over.

Gevolgen

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
25 mei 2017 e.v.
Instantie
Ministerie van Sociale zaken
Datum instantie
24 mei 2017
Rolnummer
2017-0000076375
Auteur(s)
mr. A.L. Mertens
Zelfstandig gevestigd belastingadviseur/Universiteit van Amsterdam/Universiteit Leiden
NLF-nummer
NLF 2017/1356
Aflevering
15 juni 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB528
bwbr0004538&artikel=95,bwbr0004538&artikel=96,bwbr0017745&artikel=95,bwbr0017745&artikel=96

Naar de bovenkant van de pagina