Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Shell Deutschland Oil GmbH (hierna: Shell) heeft bij het Hauptzollamt Hamburg verschillende verzoeken tot vrijstelling van energiebelasting ingediend voor een periode van augustus tot en met november 2010. De verzoeken zijn pas in mei 2012 bij het Hauptzollamt aangekomen. Het Hauptzollamt heeft de verzoeken tot vrijstelling voor de aangevraagde periode afgewezen, omdat niet aan de relevante indieningstermijn was voldaan in het kader van nationale wetgeving.

De Duitse wetgever heeft op basis van artikel 6 en 5 Richtlijn Energiebelastingen (Richtlijn 2003/96) nationale wetgeving geïntroduceerd die bepalingen vaststelt voor belastingvrijstelling voor bedrijven in de energiesector. Eén van de formele voorwaarden is dat de aanvraag voor vrijstelling uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin het recht op belastingvrijstelling is ontstaan, bij het Hauptzollamt wordt ingediend.

Het Bundesfinanzhof vraagt zich af of belastingvrijstelling mag worden geweigerd op de enkele grond dat Shell de indieningstermijn niet in acht heeft genomen. Daarbij rijst de vraag of het evenredigheidsbeginsel uit het Unierecht gebiedt dat een belastingvrijstelling die facultatief is, toch wordt toegekend, ondanks de inbreuk op de indieningstermijn zoals vastgesteld in nationale wetgeving. In het bijzonder is van belang dat in de onderhavige zaak de vaststelling van de belasting nog niet is verjaard.

Het Bundesfinanzhof heeft hierover aan het HvJ de volgende prejudiciële vraag voorgelegd: Geldt het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel ook voor de facultatieve belastingverlaging als bedoeld in artikel 5, eerste volzin, vierde streepje, Richtlijn Energiebelastingen, met als gevolg dat de lidstaat de belastingverlaging niet mag weigeren na het verstrijken van de in zijn nationaal recht gestelde termijn om deze verlaging aan te vragen, wanneer op het tijdstip waarop de aanvraag bij de bevoegde instantie toekomt, de vaststelling van de belasting nog niet is verjaard?

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
augustus t/m november 2010
Instantie
HvJ
Datum instantie
1 november 2021
Rolnummer
C-553/21
NLF-nummer
NLF 2022/0014
Aflevering
6 januari 2022

Naar de bovenkant van de pagina