Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft de voorzieningenrechter verzocht om de Inspecteur op te dragen stukken uit het dossier van X te verwijderen tijdens de bezwaarfase betreffende een aanslag IB/PVV en informatiebeschikkingen. Deze stukken zouden fiscale adviezen betreffen, die volgens X onder het informele verschoningsrecht van belastingadviseurs vallen.

De voorzieningenrechter (Rechtbank Zeeland-West-Brabant) oordeelt dat geen sprake is van onverwijlde spoed, die zou maken dat niet kan worden gewacht op (eventuele) behandeling van de hoofdzaak. Indien de Rechtbank in de (eventuele) hoofdzaak oordeelt dat de stukken in strijd met het informele verschoningsrecht dan wel het beginsel van fair play in de hoofdzaak zijn ingebracht, dan is het aan de Rechtbank die in de hoofdzaak beslist om te oordelen over de (eventuele) gevolgen daarvan. Dat er spoedeisendheid uitgaat van het voorkomen van een procedure bij de Rechtbank is gesteld noch aannemelijk geworden. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.

Om tot dit oordeel te komen, is inzage in alle op de (hoofd)zaak betrekking hebbende stukken niet nodig geweest. Voor een proceskostenveroordeling bestaat voorts geen aanleiding.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
25 oktober 2021
Rolnummer
21/2188
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:5360
NLF-nummer
NLF 2021/2099
Aflevering
4 november 2021
bwbr0005537&artikel=8:81,bwbr0005537&artikel=8:81

Naar de bovenkant van de pagina