Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) zijn (onder meer) navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2001 tot en met 2008 vastgesteld met toepassing van de verlengde navorderingstermijn.

Voor Hof Den Bosch was in geschil of is voldaan aan het voortvarendheidsvereiste dat de Hoge Raad aan die termijn heeft verbonden.

Dat is volgens het Hof het geval. Het acht geen sprake van zinloos heen en weer schuiven van het dossier teneinde een onverklaarbare vertraging van meer dan zes maanden te voorkomen.

X heeft cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond.

Het Hof zich heeft laten leiden door de gedachte dat de Inspecteur mocht wachten met het opleggen van de navorderingsaanslagen totdat hij zich in staat achtte alle navorderingsaanslagen (over de jaren 2001 tot en met 2010, 2012 en 2014) op te leggen. Dat uitgangspunt is niet verenigbaar met hetgeen de Hoge Raad heeft beslist in het arrest van 18 februari 2011 (09/05204, ECLI:NL:HR:2011:BP4779, r.o. 3.3.6). In dit opzicht geeft de bestreden uitspraak uiting aan een onjuiste rechtsopvatting.

Het middel slaagt ook voor zover wordt geklaagd over de begrijpelijkheid van het oordeel van het Hof dat de Inspecteur redelijkerwijs kon aannemen dat de reactie op een e-mail ook van belang kon zijn voor het vaststellen van de onderhavige navorderingsaanslagen. Evenmin is begrijpelijk dat het Hof in dit verband belang heeft toegekend aan een tot X gericht verzoek in te stemmen met verlenging van de navorderingstermijn.

De Hoge Raad doet de zaak af. De gedingstukken bevatten geen aanwijzingen dat de navorderingsaanslagen zijn gebaseerd op andere gegevens dan de gegevens die X tot en met 16 juni 2016 aan de Inspecteur heeft verstrekt. Tussen die datum en het opleggen van de bestreden navorderingsaanslagen is een onverklaarbare vertraging opgetreden van meer dan zes maanden. Bij het opleggen van die navorderingsaanslagen is dus niet de vereiste voortvarendheid betracht, zodat zij worden vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2001 t/m 2008
Instantie
HR
Datum instantie
1 november 2024
Rolnummer
23/00324
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1557
Auteur(s)
E.P. Hageman LLM
Deloitte / Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2024/2499
Aflevering
12 november 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6652
bwbr0002320&artikel=16&lid=4,bwbr0002320&artikel=16&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina