Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 26 november 2019 aangifte gedaan ter zake van de registratie van een Mercedes Benz GLE-klasse en een bedrag aan BPM voldaan van € 13.799.

X heeft na een verzoek hiertoe de auto op 29 november 2019 bij DRZ getoond. DRZ heeft diezelfde dag een verslag met haar bevindingen gemaakt ten behoeve van de Inspecteur.

De Inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat een hoger bedrag aan BPM is verschuldigd dan op aangifte is voldaan en heeft X met dagtekening 3 juni 2022 een kennisgeving verzonden voor het opleggen van een naheffingsaanslag. Met dagtekening 29 juli 2022 is aan X voor de auto de naheffingsaanslag ter hoogte van € 4.701 opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat het tijdsverloop van ruim twee en een half jaar tussen de schouw door DRZ en het opleggen van de naheffingsaanslag bij X de indruk kan hebben doen ontstaan dat geen naheffingsaanslag meer zou worden opgelegd. In deze periode heeft X niets meer vernomen van de Inspecteur met betrekking tot de verschuldigde BPM voor deze auto. Gelet hierop slaagt het beroep van X op gewekt vertrouwen en wordt de naheffingsaanslag vernietigd.

Voorts wordt de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van X tot een bedrag van € 2.998 en krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 500.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
20 december 2024
Rolnummer
23/1785
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:8825
NLF-nummer
NLF 2025/0114
Aflevering
14 januari 2025

Naar de bovenkant van de pagina