Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert, samen met zijn voormalig echtgenote, sinds 2003 in vof-vorm een restaurant. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek wegens vermoedelijke uitkeringsfraude en valsheid in geschrifte, is het restaurant doorzocht. Uit de bevindingen bleek dat de belastingaangiften niet in overeenstemming waren met de werkelijk gewerkte uren van werknemers.

Hof Den Bosch veroordeelde X in 2024 tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur wegens leidinggeven aan valsheid in geschrifte. Daarnaast kreeg de vof een boete van € 25.000. Uit onderzoek bleek dat loonbelastingaangiften en loonstroken bewust waren vervalst.

Daarnaast voerde de Belastingdienst een fiscaal onderzoek uit. Daaruit bleek dat niet alle kassa-afslagen waren bewaard en dat een deel van de omzet niet was geboekt. Zo ontbrak de omzet van een tweede kassa geheel in de administratie. Een vermogensvergelijking toonde bovendien aan dat er grote bedragen naar een buitenlandse rekening waren overgemaakt, die hoger waren dan de gerapporteerde winst van het restaurant. De Inspecteur heeft aan de vof (met omkering van de bewijslast) een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd over de tijdvakken 2012 tot en met 2015 van € 57.116. Daarbij is ook belastingrente in rekening gebracht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant handhaaft de naheffingsaanslag en de in rekening gebrachte belastingrente.

De administratie van de vof vertoont ernstige gebreken en de niet aangegeven omzet is substantieel. De bewijslast is terecht omgekeerd en de naheffingsaanslag is gebaseerd op een redelijke schatting.

Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2012-2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
26 augustus 2024
Rolnummer
19/4718
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5981
NLF-nummer
NLF 2024/2186
Aflevering
1 oktober 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina