Direct naar content gaan

Samenvatting

X is op 16 november 2015 in beroep gegaan tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar tegen een aanslag IB/PVV 2012.

De Inspecteur heeft op 24 november 2015 alsnog uitspraak op bezwaar gedaan. Bij beschikking van 25 november 2015 heeft de Inspecteur beslist dat geen recht op een dwangsom bestaat. Na bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar van 12 januari 2016 alsnog een dwangsom van € 310 toegekend.

Bij uitspraak van 20 januari 2016 heeft Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep met toepassing van artikel 8:54 Awb niet-ontvankelijk verklaard, omdat het procesbelang aan het beroep tegen het niet tijdig beslissen is ontvallen. Het beroep heeft volgens de Rechtbank niet van rechtswege mede betrekking op een dwangsombeschikking. Het beroep is daarom voor zover het betrekking heeft op de dwangsombeschikking niet-ontvankelijk verklaard.

Het verzet tegen de uitspraak van de Rechtbank is ongegrond verklaard.

In cassatie klaagt X er volgens de Hoge Raad terecht over dat de Rechtbank geen oordeel heeft gegeven over de dwangsombeschikking. Dit leidt echter niet tot cassatie, omdat de door X verlangde dwangsom bij de uitspraak van de Inspecteur alsnog tot het juiste bedrag is vastgesteld. X klaagt voorts terecht over het niet toekennen van een proceskostenvergoeding door de Rechtbank. De Hoge Raad stelt de vergoeding voor de kosten van het geding bij de Rechtbank vast op € 742,50.

Ook in het belastingrecht dient de Inspecteur tijdig uitspraak op bezwaar te doen. Geen uitzonderingen meer in het fiscale recht, zoals de voorheen geldende extra termijn van één jaar. Dat is ook logisch: een aanslag mag eerst worden opgelegd als de inspecteur op voorhand ‘zorgvuldig’ onderzoek heeft gedaan. Artikel 7:10, lid 1, Awb bepaalt dat de inspecteur binnen zes weken nadat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken uitspraak op bezwaar moet doen. Deze termijn kan eenzijdig worden verlengd met nog eens zes weken. Daarnaast is deze termijn opgeschort als de indiener is verzocht de bezwaren nader te motiveren.

 

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
6 januari 2017
Rolnummer
16/02740
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1
Auteur(s)
mr. Y.E.J. Geradts
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2017/0248
Aflevering
2 februari 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB265
bwbr0005537&artikel=4:17,bwbr0005537&artikel=4:17,bwbr0005537&artikel=4:19,bwbr0005537&artikel=4:19,bwbr0005537&artikel=8:55c,bwbr0005537&artikel=8:55c,bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0005537&artikel=8:75&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina