Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Inspecteur is aan het bezwaar van X (belanghebbende) betreffende de aanslag IB/PVV 2018 tegemoetgekomen. Er is een te hoge bijtelling privégebruik auto in aanmerking genomen omdat de betreffende auto X niet ter beschikking heeft gestaan vanaf 16 juni 2018 tot en met 31 december 2018 (166 dagen).

Rechtbank Noord-Holland heeft het beroep van X niet-ontvankelijk verklaard. X heeft hoger beroep ingesteld.

Het geschil ziet, anders dan X (kennelijk) veronderstelt, behalve op de aanslag IB/PVV 2018 niet (ook) op de heffing van een andere belasting dan de IB/PVV en/of op een ander jaar dan 2018 en/of op andere vorderingen op andere partijen dan de Belastingdienst.

De Inspecteur is reeds tijdens de bezwaarfase geheel aan de inhoudelijke grieven van X met betrekking tot de onderhavige aanslag IB/PVV tegemoetgekomen. De aanslag dient ook volgens X niet verder te worden verminderd. Ook met betrekking tot eventuele nevenvorderingen heeft X verder niets aangevoerd. Dit brengt mee dat het hoger beroep niet meer tot een voor X gunstiger resultaat kan leiden.

Hof Amsterdam verklaart het hoger beroep daarom wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (22/00802)

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
22 februari 2022
Rolnummer
21/00006
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:1397
NLF-nummer
NLF 2022/0982
Aflevering
19 mei 2022

Naar de bovenkant van de pagina