Direct naar content gaan

Samenvatting

Bv 1 en bv 2 (X en Y; belanghebbenden) zijn twee Nederlandse vennootschappen die behoren tot een internationaal opererend tabaksconcern. De Inspecteur heeft aan X en Y voor de jaren 2011 tot en met 2013 aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd naar belastbare bedragen van € 105.330.172 (2011), € 383.863.546 (2012) en € 100.670.397 (2013). Voorts zijn aan X en Y vergrijpboetes opgelegd van in totaal € 1.794.382 (2012) en € 1.694.597 (2013). Bij Rechtbank Noord-Holland spitst het geschil zich telkens toe op de vraag of de vergoedingen die diverse concernvennootschappen voor leveringen en diensten in rekening hebben gebracht als zakelijk kunnen worden aangemerkt.

Meer specifiek is (kort weergegeven en op hoofdlijnen) in geschil:

  • of sprake is van een onzakelijke factoringvergoeding voor de dienstverlening van bedrijf 7;
  • of sprake is van een onzakelijke garantstelling;
  • of de door X betaalde rente ter zake van een verstrekte concernlening van € 250 miljoen at arm’s length is;
  • of de introductiekosten (€ 28,5 miljoen) en terugtrekkosten (€ 13,4 miljoen) van Project A ten laste van het fiscale resultaat (2011) kunnen worden gebracht;
  • of de in de periode 19 november 2012 tot en met 9 juli 2013 betaalde rente volledig aftrekbaar is in de jaren 2012 en 2013 en voorts of de per 19 november 2012 betaalde uitgiftekosten naar evenredigheid verdeeld moeten worden over de volledige looptijd van de per die datum uitgegeven obligatielening;
  • of enkele overeengekomen vergoedingen als zakelijk kunnen worden aangemerkt;
  • of er sprake is van strijd met Europees recht bij de correctie van de verrekenprijzen;
  • indien en voor zover er ruimte bestaat voor interne compensatie, of terecht I&T-royalty’s in rekening zijn gebracht aan bedrijf B;
  • of de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard ten aanzien van (een deel van) de correcties;
  • of terecht vergrijpboetes zijn opgelegd in verband met de correcties door de Inspecteur in verband met de factoring fees.

De Rechtbank verklaart de door X en Y ingestelde beroepen (deels) gegrond. De aanslagen 2011 tot en met 2013 worden verminderd naar een belastbare winst van respectievelijk € 76.685.590, € 104.735.077 en € 99.937.778. De vergrijpboetes worden verminderd tot € 488.775 (2012) en € 368.660 (2013).

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2011-2013
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
17 oktober 2022
Rolnummer
18/2499; 18/2500; 18/2501
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:8937
NLF-nummer
NLF 2022/2124
Aflevering
3 november 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5302
bwbr0002672&artikel=10a,bwbr0002672&artikel=10a,bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0002672&artikel=8b

Naar de bovenkant van de pagina