Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) huurt geheel 2018 een garagebox van Z. Op 21 februari 2019 heeft de politie een inval gedaan in de garagebox, waarbij een hennepkwekerij is aangetroffen. X en Z zijn in het kader van het politieonderzoek aangemerkt als verdachten. Het Openbaar Ministerie heeft de strafzaak en de ontnemingsprocedure geseponeerd vanwege de lange duur.

Na de vondst van de hennepkwekerij heeft de Inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2018 vastgesteld waarbij hij is uitgegaan van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 92.930 (loon uit dienstbetrekking € 38.842, kosten eigen woning -/- € 4.158, row € 58.246).

Hof Den Bosch acht sprake van omkering en verzwaring van de bewijslast. In dit geval is volgens het Hof geen sprake van een redelijke schatting, omdat de totale opbrengst van de hennepkwekerij aan X is toegerekend. Het Hof acht aannemelijk dat ook Z betrokken moet zijn geweest bij de hennepteelt en dat ook die betrokkenheid had moeten worden meegenomen bij het in redelijkheid schatten van het door X genoten inkomen uit de hennepteelt. Het Hof stelt het belastbaar inkomen uit werk en woning in goede justitie vast op € 66.807. Dit is inclusief € 3.000 row ter zake van niet aangegeven inkomsten uit tuinieren. De stelling dat de navorderingsaanslag in strijd met de onschuldpresumptie (Melo Tadeu) is opgelegd, wordt door het Hof verworpen omdat geen sprake is van een technisch sepot.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
12 februari 2025
Rolnummer
23/563
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2025:338
NLF-nummer
NLF 2025/0501
Aflevering
4 maart 2025
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina