Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze procedure is een aan X (belanghebbende) op 23 juni 2021 opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting in geschil.

De parkeercontroleurs hebben alleen de auto van X waargenomen, die al geparkeerd stond en verder niemand gezien bij de parkeerautomaat. Vervolgens is op voornoemde datum omstreeks 09.19 uur de naheffingsaanslag opgelegd.

X heeft aangevoerd dat zij naar haar moeders huis is gelopen, dat dichterbij is dan de parkeerautomaat, om daar middels verbinding met een netwerk de bezoekers-parkeerapp op te starten en haar tegoed bij te vullen. Niet in geschil is dat de auto van X via de bezoekers-parkeerapp op 23 juni 2021 om 09.20 uur is aangemeld en om 20.00 uur is afgemeld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht op basis van de verklaringen van X geloofwaardig dat zij vanaf de aanvang van het parkeren bezig is geweest met uitvoeringshandelingen om de parkeerbelasting te voldoen. De Rechtbank merkt hierbij op dat het aanvullen van het tegoed van de bezoekers-parkeerapp tevens een uitvoeringshandeling is, omdat daarmee het geheel van handelingen nodig voor het betalen van de verschuldigde belasting via de bezoekers-parkeerapp niet wordt onderbroken.

De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
18 oktober 2022
Rolnummer
21/4592
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:6304
NLF-nummer
NLF 2022/2365
Aflevering
1 december 2022
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina