Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze WOZ-zaak is enkel nog de hoogte van de kostenvergoeding voor de bezwaarfase en de uitbetaling daarvan in geschil. De Heffingsambtenaar heeft een kostenvergoeding aan X (belanghebbende) toegekend van € 296, waarbij zonder motivering wegingsfactor 0,5 is toegepast. De vergoeding is uitbetaald aan X.

De Heffingsambtenaar verweert zich bij Rechtbank Noord-Nederland met de stelling dat hij geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase verschuldigd is als de WOZ-waarde naar aanleiding van het bezwaar slechts binnen een bepaalde bandbreedte wordt aangepast.

Deze stelling slaagt niet.

De Rechtbank overweegt dat het aan de Heffingsambtenaar is om aannemelijk te maken dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. De WOZ-waarde kan immers per definitie niet op een juiste waarde worden vastgesteld, omdat de woning waarvan de waarde in geschil is nu eenmaal – uitzonderlijke gevallen daargelaten – niet op de waardepeildatum wordt verkocht.

Wanneer het aangevoerde argument (na heroverweging) tot verlaging van de WOZ-waarde leidt, is bij het opleggen van de aanslag sprake van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.

De Rechtbank verklaart het beroep ten aanzien van de kostenvergoeding gegrond, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2024 (23/03218, ECLI:NL:HR:2024:1060, NLF 2024/1885, met noot van Thomas). X stelt terecht dat het tarief van punt 2, onderdeel B2, van de bijlage bij het Bpb moet worden toegepast.

Over de wijze waarop de betaling van de (proces)kostenvergoeding moet plaatsvinden, geeft de Rechtbank geen oordeel. Volgens de Rechtbank moet het geschil in zoverre worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter (vgl. HR 26 februari 2016, 15/03096, ECLI:NL:HR:2016:324).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
9 januari 2025
Rolnummer
23/4760
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2025:19
NLF-nummer
NLF 2025/0183
Aflevering
21 januari 2025
bwbr0005537&artikel=7:15&lid=2,bwbr0005537&artikel=7:15&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina