Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft in de jaren 2001 tot en met 2005 facturen zonder vermelding van omzetbelasting uitgereikt aan twee in Zwitserland gevestigde vennootschappen, A AG en B AG. Zij heeft in zoverre ook geen omzetbelasting op aangifte voldaan.

De Inspecteur heeft omzetbelasting nageheven met als argument dat in werkelijkheid een in Nederland gevestigde vennootschap de afnemer van de (loterij-ondersteunende) diensten is, zodat deze voor de heffing van omzetbelasting moeten worden geacht in Nederland te zijn verricht.

X houdt echter vast aan haar standpunt dat de Zwitserse vennootschappen de afnemers zijn en dat de plaats van dienst in Zwitserland is gelegen. Bovendien acht zij naheffing in strijd met het vertrouwensbeginsel, vooral gelet op een passage in een rapport van een boekenonderzoek van 1 mei 2002 over het buiten de heffing blijven van een groot deel van de omzet van X in de jaren 1997 tot en met 2000.

Anders dan Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft Hof Den Bosch het beroep van X op het vertrouwensbeginsel gehonoreerd. Het oordeel van het Hof steunt voornamelijk op de relevante passage uit het rapport van het boekenonderzoek uit 2002.

In cassatie betoogt de staatssecretaris volgens de Hoge Raad terecht dat het Hof de criteria voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel, onjuist heeft uitgelegd en toegepast. Het Hof had ook moeten ingaan op het subsidiaire standpunt van de Inspecteur dat X niet te goeder trouw was. Door aan dit standpunt van de Inspecteur niet kenbaar aandacht te besteden, is het Hof uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting of heeft het zijn uitspraak niet deugdelijk gemotiveerd.

De zaak is verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Dit verwijzingshof zal ook moeten beoordelen of X recht heeft op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Anders, Conclusie A-G Ettema (NLF 2020/1637, met noot van Bomer). Zij had geconcludeerd tot het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 januari 2001 t/m 31 december 2005
Instantie
HR
Datum instantie
10 december 2021
Rolnummer
19/03617
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1849
Auteur(s)
mr. Y.E.J. Geradts
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/2420
Aflevering
23 december 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4721
bwbr0002629&artikel=6,bwbr0002629&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina