Direct naar content gaan

Samenvatting

Erflaatster is in 2018 overleden. Zij heeft haar drie kinderen (waaronder X; belanghebbende) benoemd tot erfgenaam, ieder voor 1/3 gedeelte van haar nalatenschap. De nalatenschap is door X beneficiair aanvaard.

Tot de nalatenschap van erflaatster behoorde een woning. De WOZ-waarde van de woning bedroeg € 374.000 voor het belastingjaar 2018 en € 325.000 voor het belastingjaar 2019.

De woning werd in 2020 verkocht voor een koopsom van € 395.000, maar twee dagen voor de juridische levering, op 15 april 2020 is de woning afgebrand. De brand bleek te zijn gesticht door de broer van X. De schade die de brand heeft veroorzaakt werd niet gedekt door de verzekeringsmaatschappij. De woning is uiteindelijk aan een derde verkocht voor een bedrag van € 80.500.

In geschil is de aan X opgelegde aanslag erfbelasting.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Inspecteur de belastbare verkrijging van X overeenkomstig de wettelijke bepalingen heeft vastgesteld. Bij de waardering van de onroerende zaak, die deel uitmaakt van de nalatenschap, heeft de Inspecteur aansluiting gezocht bij de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2019, het jaar dat volgt op het jaar van de verkrijging. Eventuele waardedalingen of -stijgingen na het moment van overlijden zijn niet van belang voor het bepalen van de omvang van de nalatenschap.

Het beroep is toch gegrond, omdat sprake is van een individuele en buitensporige last in de zin van artikel 1 EP. De specifieke omstandigheden van het geval laten de last namelijk sterker voelen dan in het algemeen. De Rechtbank acht aannemelijk dat X uiteindelijk geen middelen uit de nalatenschap zal verkrijgen waarmee de aanslag erfbelasting kan worden voldaan en dat de uiteindelijke verkrijging van X, uitgaande van een verkoopprijs van de woning van € 80.500, nihil zal zijn. De Rechtbank stelt de belastbare verkrijging van X voor de erfbelasting vast op nihil.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
21 februari 2022
Rolnummer
21/4141
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:896
Auteur(s)
mr. C.J. van Hoek
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2022/0579
Aflevering
24 maart 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4905
bwbv0001001&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina