Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Bij besluit van 6 september 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag van X (appellant) over 2018 definitief vastgesteld op € 0. Partijen zijn het erover eens dat de Belastingdienst/Toeslagen de beslistermijn in bezwaar heeft overschreden. Ook Rechtbank Gelderland constateert dat dit het geval is. De Rechtbank heeft overwogen dat de beslistermijn geen fatale termijn is, maar een termijn van orde. X is het niet eens met de Rechtbank, omdat hij vindt dat voor beide procespartijen termijnen gelden die moeten worden nageleefd. Als hij zelf te laat is, wordt hij niet-ontvankelijk verklaard. Hij doet een beroep op het gelijkheidsbeginsel.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bevestigt echter het oordeel van de Rechtbank.

De Rechtbank heeft terecht gewezen op de uitspraak van de ABRvS van 6 juni 2018 (201703704/1/A3, ECLI:NL:RVS:2018:1821). Daarin heeft de ABRvS overwogen dat overschrijding van de beslistermijn op zichzelf de rechtmatigheid van het besluit niet aantast.

Dat degene die bezwaar of beroep tegen een besluit wil indienen zich – tenzij sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding – wél moet houden aan de wettelijke termijn voor het indienen van een rechtsmiddel, leidt niet tot een ander oordeel. Deze termijn is gesteld omdat op enig moment duidelijk moet zijn of een besluit nog onderwerp van discussie kan zijn dan wel definitief vaststaat. De rechtszekerheid vereist dat na het ongebruikt verstrijken van de bezwaar- of beroepstermijn het besluit definitief vaststaat. Zoals de Belastingdienst/Toeslagen in zijn reactie op het hogerberoepschrift terecht stelt, verbindt de wet aan het te laat beslissen op bezwaar andere gevolgen, namelijk de mogelijkheid om – mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan – een dwangsom te vragen en de mogelijkheid om beroep bij de rechter in te stellen tegen het uitblijven van een besluit.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Raad van State
Datum instantie
18 januari 2023
Rolnummer
202107944/1/A2
ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:196
NLF-nummer
NLF 2023/0261
Aflevering
2 februari 2023
bwbr0005537&artikel=8:57,bwbr0005537&artikel=8:57

Naar de bovenkant van de pagina