Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 11 september 1990 is de werkelijke leiding van X BV overgebracht naar Curaçao. In 1992 koopt zij op twee tijdstippen eigen aandelen in waardoor zij uit haar winst respectievelijk ƒ 1.998.528 en ƒ 3.000.000 als opbrengst van aandelen aan haar aandeelhouders uitkeert. Die aandeelhouders waren natuurlijke personen die op 18 juli 1990 uit Nederland naar België zijn geëmigreerd en daar sindsdien onafgebroken zijn blijven wonen. Het Hof had daarop artikel 34, lid 2 BKR niet van toepassing geacht. De Hoge Raad bevestigt zulks en past daarbij de volgende eigen redenering toe. Het betreft dividenden van inwoners van België. Daarop is het Verdrag met België van toepassing. Artikel 10, paragraaf 1 daarvan wijst de belastingheffing aan de woonstaat toe. Volgens paragraaf 2 mag de bronstaat evenwel dividendbelasting heffen als de dividendbelastingbetalende vennootschap als inwoner van de bronstaat kan worden aangemerkt. Dat is het geval als de vennootschap op grond van de Nederlandse wettelijke bepalingen volledig onderworpen is aan de (vennootschaps)belasting (“full tax liability”). Dat is echter niet het geval met X BV. Zij is – nu zij op Curaçao is gevestigd - slechts belastingplichtig voor het gedeelte van haar wereldinkomen dat door de BRK aan Nederland is toegewezen. Artikel 34, lid 2 BKR mist voor dit geval betekenis. Ook A-G Wattel had tot verwerping van het cassatieberoep van de Staatssecretaris geconcludeerd.

Metadata

Rubriek(en)
Dividendbelasting
Geconditioneerde bronbelasting
Belastingtijdvak
1992
Instantie
HR
Datum instantie
28 februari 2001
Rolnummer
35.557
ECLI
ECLI:NL:HR:2001:AB0296
bwbr0042952&artikel=1.3&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina