Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Volgens A-G Wattel is dit weer een zaak die nergens over gaat. Hof Den Haag heeft in hoger beroep abusievelijk slechts € 181 aan griffierecht in plaats van de betaalde € 274 aan X (belanghebbende) doen vergoeden. De partijen zijn het daarover eens en de Inspecteur heeft het verschil ad € 93 ook al vergoed. Aan het (resterende) bezwaar van de gemachtigde is dus volledig tegemoetgekomen.

Partijen zijn het ook eens dat het om een ‘zeer lichte’ zaak gaat. De Inspecteur heeft daarom aangeboden de cassatieproceskosten te vergoeden op basis van 2 punten (beroepschrift in cassatie) × 0,25 (BPM-zaak) × 0,25 (zeer licht) × € 837= € 104,62.

De gemachtigde is daar niet op ingegaan. Uit zijn cassatieberoep blijkt het niet, maar uit het verweerschrift van de staatssecretaris volgt dat hij het aanbod van de Inspecteur heeft verworpen en zijn cassatieberoep heeft doorgezet omdat zijns inziens de cassatieprocedure niet de BPM betreft, maar alleen (hogerberoep)griffierecht, waarop artikel 19a Wet BPM volgens hem niet van toepassing is, dus ook niet de factor 0,25 in artikel 19a, lid 2, Wet BPM.

De staatssecretaris merkt op dat het aanbod tot proceskostenvergoeding (pkv) van de Inspecteur aanzienlijk gunstiger is dan de vergoeding die de wet voorschrijft. Volgens de wet bestaat in casu slechts recht op een pkv ad € 41,85.

De A-G geeft de Hoge Raad het volgende in overweging:

Primair geeft hij de Hoge Raad in overweging de gemachtigde in de gelegenheid te stellen om het machtigingsverzuim te herstellen en bij gebreke daarvan het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren zonder pkv toe te kennen en zonder griffierecht te doen vergoeden.

Subsidiair – als de Hoge Raad de machtiging toereikend acht of alsnog een toereikende machtiging wordt overgelegd – geeft hij de Hoge Raad in overweging het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren wegens gebrek aan belang en geen cassatie-pkv toe te kennen maar wel griffierechtvergoeding te gelasten.

Meer subsidiair – als de Hoge Raad de machtiging toereikend acht of alsnog een toereikende machtiging wordt overgelegd – geef hij de Hoge Raad in overweging het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren wegens gebrek aan belang, € 41,85 aan cassatie-pkv toe te kennen en vergoeding van griffierecht te gelasten.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
A-G
Datum instantie
13 december 2024
Rolnummer
24/01331
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:1340
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2024/2839
Aflevering
24 december 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6716
bwbr0005806&artikel=19a&lid=2,bwbr0005806&artikel=19a&lid=2,bwbr0006358&artikel=1,bwbr0006358&artikel=1,bwbr0006358&artikel=2,bwbr0006358&artikel=2

Naar de bovenkant van de pagina