Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is een besloten vennootschap opgericht naar Nederlands recht. De activiteiten van X bestonden uit de handel in plastics en aanverwante materialen. X heeft deze activiteiten in 2011 gestaakt. Eind 2011 heeft X haar statutaire zetel naar Malta verplaatst. In de aangiften vpb 2012, 2013 en 2014 heeft X ter voorkoming van dubbele belasting een beroep gedaan op het Verdrag Nederland-Malta. De Inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslagen de objectvrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting niet toegepast. Volgens de Inspecteur staat voor de jaren 2012 en 2014 artikel 2, lid 5, Verdrag Nederland-Malta in de weg aan het toekennen van de objectvrijstelling. Voor het jaar 2013 staat artikel 30 Verdrag Nederland-Malta in de weg aan het toekennen van de objectvrijstelling, aldus de Inspecteur. X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X nog kan terugkomen op de in haar aangiften gemaakte keuze voor de waardering van haar beleggingen. De niet-gerealiseerde vermogenswinsten mogen daarom in mindering gebracht worden op de fiscale winst. Gelet hierop is het beroep gegrond en worden de aanslagen verminderd. Alle overige aangevoerde stellingen worden door de Rechtbank verworpen.

De vraag die in deze procedure aan de orde is, luidt of belanghebbende, een naar Nederlands recht opgerichte doch feitelijk op Malta gevestigde bv, aanspraak kan maken op een vermindering van Nederlandse belasting. De Rechtbank werkt deze vraag uit in zes deelvragen. Ik beperk mij in deze noot tot de behandeling van twee daarvan, namelijk de twee deelvragen met betrekking tot de reikwijdte van artikel 2, lid 5, Verdrag Nederland-Malta. Voorts behandel ik de kwestie of de vermindering van Nederlandse belasting – zo belanghebbende recht heeft op toekenning daarvan – wel de vorm heeft van de objectvrijstelling in de vennootschapsbelasting.

Artikel 2, lid 5, Verdrag Nederland-Malta

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2012-2014
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
12 februari 2020
Rolnummer
17/2827 t/m 17/2829
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2020:637
Auteur(s)
Michel van Dun
PwC / Universiteit van Amsterdam
NLF-nummer
NLF 2020/0620
Aflevering
12 maart 2020
Judoreg
NFB3106
bwbv0003762&artikel=2&lid=5,bwbv0003762&artikel=2&lid=5,bwbv0003762&artikel=30,bwbv0003762&artikel=30

Naar de bovenkant van de pagina