Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De Heffingsambtenaar heeft met dagtekening 30 april 2021 en 31 augustus 2022 aan X (belanghebbende) voor de jaren 2021 en 2022 telkens twee aanslagen precariobelasting opgelegd, voor in totaal € 1.937 per jaar.

De aanslagen zijn opgelegd voor een woonboot waarvan X eigenaar is en waarop hij zelf woont (adres straat 1) en voor een woonboot waarvan hij eigenaar is (adres straat 2). Laatstgenoemde woonboot wordt verhuurd.

Ten aanzien van de aanslagen voor straat 2 is de Heffingsambtenaar gebonden aan een toezegging ter eerdere zitting van Hof Amsterdam dat hij deze aanslagen ambtshalve zou vernietigen. Het hoger beroep ten aanzien van deze aanslagen is in zoverre gegrond.

Ten aanzien van de aanslagen precariobelasting voor de woonboot aan adres 1 bestaat geen aanleiding om anders te beslissen dan het Hof heeft gedaan in zijn uitspraak van 20 juni 2023 (22/00399, ECLI:NL:GHAMS:2023:1758, NLF 2023/1812). Al hetgeen X heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel. Die aanslagen blijven in stand.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021-2022
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
5 november 2024
Rolnummer
23/1184; 24/138
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:3134
NLF-nummer
NLF 2024/2650
Aflevering
26 november 2024
bwbr0005416&artikel=228,bwbr0005416&artikel=228

Naar de bovenkant van de pagina