Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) komt in deze procedure op tegen een aan hem opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. De naheffingsaanslag is opgelegd toen X zijn auto tijdelijk had stil gezet op een parkeerplek om een passagier bij diens woning op te halen.

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de uitzondering voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van personen in het onderhavige geval niet van toepassing is. Er was sprake van kortdurend parkeren. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd, aldus de Rechtbank. X heeft hoger beroep ingesteld.

In het onderhavige geval is sprake geweest van meer handelingen dan alleen het daadwerkelijk instappen in de auto, omdat X zijn auto heeft stilgezet en naar de deur van een appartementencomplex is gelopen om zijn passagier op te halen, hetgeen ongeveer vijf minuten in beslag heeft genomen. Dit betekent dat geen sprake is geweest van onmiddellijk instappen van personen, maar van parkeren, zodat parkeerbelasting verschuldigd is.

X stelt dat zijn situatie vergelijkbaar is met die van een taxichauffeur of een pakketbezorger en doet daarmee een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Deze stelling faalt omdat deze stelling onvoldoende is onderbouwd. Het hoger beroep is ongegrond, oordeelt Hof Den Haag.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
19 april 2022
Rolnummer
21/01138
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:657
NLF-nummer
NLF 2022/0988
Aflevering
19 mei 2022
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina