Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is in de jaren 2020 en 2021 eigenaar en gebruiker van een sporthal. Hij is overleden op 20 februari 2022. De onroerende zaak behoort tot de nalatenschap.

De erven stellen dat de WOZ-waarde in voornoemde jaren vastgesteld moet worden op basis van de DCF-methode, vanwege de slechte bedrijfsresultaten en de invloed van de coronacrisis op de waarde van de onroerende zaak.

Hof Den Bosch oordeelt dat de onroerende zaak courant is en commercieel wordt geëxploiteerd. Er zijn daarnaast voldoende marktgegevens beschikbaar om de waarde middels de huurwaardekapitalisatiemethode te bepalen. Van een bijzondere omstandigheid, voor toepassing van de DCF-methode, is niet gebleken.

Zowel op de waardepeildatum 1 januari 2019 als op de toestandsdatum 1 januari 2020 was nog geen sprake van een coronacrisis in Nederland. Er is dan ook geen invloed van die crisis op de vastgestelde waarde voor belastingjaar 2020 meetbaar. Voorts kan de coronacrisis volgens het Hof niet aangeduid worden als een specifiek voor de onroerende zaak geldende bijzondere omstandigheid. De Heffingsambtenaar heeft in het kader van de coronamaatregelen – onverplicht – rekening gehouden met de coronacrisis door uit te gaan van een hoger leegstandsrisico gedurende het jaar 2021. X heeft geen aanknopingspunten geboden voor het oordeel dat de waarde van de onroerende zaak nog verder moet worden verlaagd.

Het Hof oordeelt dat de WOZ-waarde in beide jaren niet te hoog is vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020-2021
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
23 oktober 2024
Rolnummer
23/12; 23/13
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3312
NLF-nummer
NLF 2025/0471
Aflevering
25 februari 2025
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina