Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(6)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In het jaar 2006 en het jaar 2007 heeft een werknemer van zijn werkgever rechten toegekend gekregen op grond waarvan hem in 2009 aandelen zijn geleverd met een totale waarde van € 213.283.
Als de werknemer in 2009 bij het bedrijf vertrekt merkt de inspecteur dit bedrag (mede) aan als excessieve vertrekvergoeding (30% eindheffing ex artikel 32bb van de Wet op de loonbelasting (Wet LB).
De werkgever is echter van mening dat de rechten kwalificeren als aandelenoptierechten (of daarmee gelijk te stellen rechten) als bedoeld in artikel 10a Wet LB (geen eindheffing).
Rechtbank Haarlem stelt de inspecteur in het gelijk. Bij een aandelenoptierecht kan degene die de optie verkrijgt er na verloop van tijd voor kiezen om de optie al dan niet uit te oefenen.
Van een keuzerecht is in casu echter geen sprake. De ex-werknemer heeft de aandelen namelijk ‘automatisch’ verkregen nu aan de daarvoor geldende voorwaarden was voldaan.
Dit oordeel wordt in hoger beroep door Hof Amsterdam bevestigd.
Het Hof oordeelt tenslotte dat de regeling voor excessieve vertrekvergoedingen niet in strijd is met het Europees verdrag voor de rechten van de mens: aan de wetgever komt een ruime beoordelingsvrijheid toe.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
17 april 2013
Rolnummer
12/00431
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ9146
entry not found in index

Naar de bovenkant van de pagina