Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan rijschool vof A is een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. B heeft namens de vof bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.

X (belanghebbende) heeft namens de vof beroep ingesteld tegen de uitspraak op dat bezwaar. Dit beroep is door X ingetrokken. Tevens heeft X op eigen naam beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.

Dat beroep is door Rechtbank Zeeland-West-Brabant niet-ontvankelijk verklaard omdat X, gelet op artikel 26a AWR, niet gerechtigd is beroep in te stellen tegen de uitspraak op bezwaar.

Hof Den Bosch heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

De klachten van X falen reeds omdat een belanghebbende die beroep wil instellen, op grond van artikel 7:1, lid 1, Awb eerst bezwaar dient te maken. Dit betekent dat X niet het recht toekwam om op eigen naam beroep in te stellen tegen de uitspraak op bezwaar, die is gedaan op het door de vof gemaakte bezwaar. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep daarom ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2008-2010
Instantie
HR
Datum instantie
15 september 2017
Rolnummer
16/02713
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2350
NLF-nummer
NLF 2017/2200
Aflevering
21 september 2017
bwbr0002320&artikel=26a,bwbr0002320&artikel=26a,bwbr0002320&artikel=42,bwbr0005537&artikel=7:1&lid=1,bwbr0005537&artikel=7:1&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina