Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Zij verstrekt juridisch advies en zij verricht met name diensten voor gedupeerden van aandelenleasetransacties. Voor de betaling van die diensten kunnen de cliënten van X kiezen tussen betaling van het gewone uurtarief of voor een speciale formule. Bij die speciale formule betalen de cliënten vooraf een vaste vergoeding (een hoger of lager bedrag). Voorts betalen zij achteraf een bepaald percentage van het behaalde resultaat indien sprake is van een positieve schikking of uitspraak (hierna: het bedrag bij winst).

In geschil is of X omzetbelasting is verschuldigd over het bedrag bij winst.

Dat is volgens Rechtbank Gelderland en in hoger beroep Hof Arnhem-Leeuwarden het geval. Er bestaat een rechtstreeks verband tussen de vergoeding die X ontvangt en de door haar verrichte dienst. Dat het al dan niet ontvangen van dit bedrag en de hoogte van het bedrag afhankelijk is van het resultaat van de procedure en het aldus vooraf onzeker is of dit bedrag zal worden ontvangen, maakt niet dat er geen rechtstreeks verband bestaat. Het hier aan de orde zijnde geval onderscheidt zich daarmee van het geval van het Baštová-arrest (HvJ 10 november 2016, ECLI:EU:C:2016:855, NLF 2016/0648, met noot van Bijl). Het bedrag bij winst behoort tot de vergoeding die X ontvangt als tegenprestatie voor haar juridische werkzaamheden.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011-2014
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
9 november 2021
Rolnummer
18/01246; 18/01247
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:10458
NLF-nummer
NLF 2021/2241
Aflevering
25 november 2021
bwbr0002629&artikel=1,bwbr0002629&artikel=8&lid=2,bwbr0002629&artikel=8&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina