Direct naar content gaan

Samenvatting

Tot en met 30 juni 1996 heeft Schriever een detailhandelszaak in sportartikelen geëxploiteerd in de winkelruimte waarvan zij eigenares was. Per die datum heeft zij de goederenvoorraad en de winkeluitrusting aan de vennootschap Sport S. GmbH (hierna: Sport S.) verkocht tegen een totale prijs van DEM 455 000, zonder btw op de daarvoor opgestelde factuur in rekening te brengen.
Terzelfder tijd heeft Schriever vanaf 1 augustus 1996 de winkelruimte waarin de handelsactiviteit werd uitgeoefend voor onbepaalde tijd aan Sport S. verhuurd. In de huurovereenkomst was echter bepaald dat zij uiterlijk op de derde werkdag van een kalenderkwartaal door elk van de partijen kon worden opgezegd, met ingang van het verstrijken van het volgende kwartaal.
Sport S. heeft de sportwinkel geëxploiteerd tot en met 31 mei 1998.
Schriever heeft de overdracht van de goederenvoorraad en de winkeluitrusting aangemerkt als een niet-belastbare overdracht van een onderneming. Bijgevolg heeft zij de opbrengst van deze verkoop niet opgenomen in haar btw-aangifte voor 1996.
Het Finanzamt was daarentegen van mening dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor een overdracht van een onderneming als geheel, aangezien het onroerend goed, als essentieel onderdeel van de onderneming, niet behoorde tot de aan Sport S. overgedragen onderdelen. Het Finanzamt heeft de overdracht in de gewijzigde belastingaanslag voor 1996 als belastbare handeling aangemerkt en heeft dienovereenkomstig de btw vastgesteld.
Het Bundesfinanzhof heeft, kort gezegd, aan het HvJ gevraagd wie er gelijk heeft.
Het HvJ oordeelt dat het standpunt van Schriever juist is.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1996
Instantie
HvJ
Datum instantie
9 november 2011
Rolnummer
C-444/10
ECLI
ECLI:EU:C:2011:724
bwbr0002629&artikel=37d

Naar de bovenkant van de pagina