Samenvatting
In deze Kamerbrief gaat de staatssecretaris in op het fiscaal verdragsbeleid voor sporters en artiesten.
De afgelopen jaren is met verschillende landen gepoogd om een afzonderlijk sporters- en artiestenartikelĀ in belastingverdragen achterwege te laten. Hiermee zou in veruit de meeste gevallen worden voorkomen dat sporters en artiesten in het land van optreden worden belast en daarmee zouden de daarmee gepaard gaande problemen zich niet voordoen. Voor vrijwel alle landen is het een brug te ver gebleken om hierin mee te gaan, omdat die landen sterk hechten aan belastingheffing in het land van optreden.
De staatssecretaris geeft aan zich te willen inzetten voor een drempelbedrag. Een drempelbedrag is een goede generieke maatregel die voor een grote groep sporters en artiesten een uitsluiting van de bronstaatheffing oplevert. Indien het drempelbedrag niet wordt overschreden, zullen Nederlandse sporters en artiesten namelijk (uiteindelijk) uitsluitend in het woonland aan belastingheffing worden onderworpen.
Verder wordt ingezet op de mogelijkheid dat de sporter of artiest op diens verzoek in het land van optreden op nettobasis wordt belast (belastingheffing met inachtneming van eventuele kostenaftrek). Dit biedt sporters en artiesten de mogelijkheid om te worden belast over het in de bronstaat behaalde nettoresultaat, hetgeen in beginsel ook leidt tot minder dubbele belastingheffing.
Bovengenoemde inzet is neergelegd in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020.