Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan autohandelaar X (belanghebbende) zijn over de jaren 2015 en 2016 naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd naar bedragen van resp. € 19.329 en € 11.851. De daarbij opgelegde vergrijpboetes bedragen resp. € 4.338 en € 2.603.

Bij Rechtbank Den Haag was niet in geschil dat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast omdat de vereiste aangiften niet zijn gedaan. Volgens de Rechtbank zijn de naheffingsaanslagen gebaseerd op een redelijke schatting. Hof Den Haag bevestigt dit oordeel in hoger beroep.

De Rechtbank heeft de vergrijpboetes volgens het Hof ten onrechte vernietigd. De Inspecteur heeft X voor beide jaren terecht voorwaardelijk opzet verweten. Het Hof acht vergrijpboetes van 25% van de nageheven belasting passend en geboden. Met halvering van de boetes is voldoende rekening gehouden met de omstandigheden dat de omzet theoretisch is berekend en dat sprake is van samenloop met een vergrijpboete die is opgelegd ter zake van de inkomstenbelasting. Wegens undue delay worden de boetes nog met 10% gematigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015-2016
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
5 juni 2024
Rolnummer
23/505; 23/506; 23/521; 23/522
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1046
NLF-nummer
NLF 2024/1862
Aflevering
13 augustus 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina