Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze procedure over een aan X (bv; belanghebbende) opgelegde aanslag vpb 2004 heeft X na cassatie en verwijzing van het geding tijdens het onderzoek ter zitting van Hof Den Bosch gesteld dat de Inspecteur in strijd met artikel 8:42 Awb heeft gehandeld omdat hij heeft nagelaten alle op de zaak betrekking hebbende gespreksverslagen over het boekenonderzoek over te leggen. Het Hof heeft geoordeeld dat deze stelling buiten beschouwing moet worden gelaten. Het Hof heeft hieraan ten grondslag gelegd dat:

  1. X pas na cassatie en verwijzing heeft gesteld dat de Inspecteur ten aanzien van het boekenonderzoek niet heeft voldaan aan artikel 8:42 Awb;
  2. de behandeling van deze stelling een onderzoek van feitelijke aard vergt, waarvoor de verwijzingsopdracht geen ruimte biedt; en
  3. hier zich niet het geval voordoet waarin de aanleiding tot het aanvoeren van een nieuwe stelling pas door of na het verwijzingsarrest is ontstaan.

X heeft cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond.

De hiervoor weergegeven oordelen van het Hof geven blijk van een onjuiste rechtsopvatting of zijn onvoldoende gemotiveerd. De Inspecteur is gehouden de uit artikel 8:42 Awb voortvloeiende verplichtingen na te komen, ook in de fase na cassatie en verwijzing. Indien de belanghebbende voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat een bepaald stuk van enig belang kan zijn (geweest) voor de besluitvorming in zijn zaak en daarom door het bestuursorgaan moet worden overgelegd, dient ook in die fase aan dat verzoek te worden tegemoetgekomen mits het bestaan van dat stuk aannemelijk is. Dit is slechts anders in gevallen van gerechtvaardigde weigering op grond van artikel 8:29 Awb en in uitzonderingsgevallen als misbruik van procesrecht. Het Hof heeft deze uitgangspunten miskend.

De zaak wordt verwezen naar Hof Amsterdam voor een hernieuwde beoordeling van de aanslag vpb 2004, waarbij in de eerste plaats moet worden onderzocht of voor dat jaar de vereiste aangifte is gedaan.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
23 oktober 2020
Rolnummer
19/05560
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1668
Auteur(s)
mr. A.J.C. Perdaems
Hertoghs advocaten
NLF-nummer
NLF 2020/2441
Aflevering
12 november 2020
Judoreg
NFB3809
bwbr0005537&artikel=8:42,bwbr0005537&artikel=8:42&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:42

Naar de bovenkant van de pagina