Direct naar content gaan

Samenvatting

In 2006 is de destijds geldende pensioenregeling van X (belanghebbende) gewijzigd. De werknemers hebben na voorlichting door de OR ingestemd met de nieuwe pensioenregeling. De communicatie richting werknemers is daarbij kennelijk te rooskleurig geweest. Als gevolg van de wijziging van de pensioenregeling en de (aanhoudende) lage rente is een groot aantal (voormalige) werknemers geconfronteerd met een lager dan verwacht pensioen. X heeft zonder erkenning van aansprakelijkheid een tegemoetkoming betaald aan haar (voormalige) werknemers. De uitbetaalde tegemoetkomingen variëren van € 500 tot € 189.322.

X heeft de tegemoetkomingen die zijn betaald aan actieve werknemers tot een bedrag van € 2.400 per werknemer aangewezen als eindheffingsloon en in de vrije ruimte ondergebracht. Het bedrag daarboven is in de loonaangiften verwerkt met toepassing van de witte tabel voor bijzondere beloningen.

Na bezwaar heeft de Inspecteur op basis van gewekt vertrouwen ook voor de post-actieven de doelmatigheidsgrens van € 2.400 per werknemer toegepast.

X bepleit bij Rechtbank Gelderland dat de tegemoetkomingen (periode juli 2017) volledig als eindheffingsloon aangemerkt kunnen worden.

Op de Inspecteur rust de bewijslast dat de aanwijzing als eindheffingsloon ongebruikelijk is. Hij heeft gesteld dat het ongebruikelijk is een compensatie voor een aanhoudend lage rentestand aan te wijzen als eindheffingsloon. De Rechtbank oordeelt evenwel dat de betaalde bedragen het karakter hebben van een schikking ter voorkoming van verdere juridische procedures en schadeclaims. In hoeverre het aanwijzen van dergelijke betalingen als eindheffingsloon ongebruikelijk is heeft de Inspecteur niet onderzocht. Hij slaagt daarom niet in zijn bewijslast. Het volledige bedrag van de aan de actieve werknemers betaalde tegemoetkoming kan als eindheffingsloon worden aangewezen, oordeelt de Rechtbank.

Gelet op de uitspraak op bezwaar moet als gevolg van gewekt vertrouwen de betaling aan post-actieven tot € 2.400 per werknemer worden aangemerkt als eindheffingsloon. De Rechtbank ziet geen aanleiding het meerdere als eindheffingsloon aan te merken.

Het juridische gelijk is aan X, maar dit leidt niet tot een teruggave van afgedragen loonheffing aan X. Het is niet mogelijk de van de werknemers ingehouden loonheffing te verrekenen met een door X verschuldigde eindheffing. De Rechtbank kent een proceskostenvergoeding toe, met handhaving van de afdracht van ingehouden loonheffing.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
juli 2017
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
30 september 2020
Rolnummer
19/106
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2020:5443
Auteur(s)
drs. L.M.J. Arets
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2021/0249
Aflevering
4 februari 2021
Judoreg
NFB4086
bwbr0002471&artikel=31a&lid=2,bwbr0002471&artikel=31a&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina