Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het onderhavige geding betreft de verplichting tot voldoening van accijns op energieproducten op basis van vervalste facturen.

MK (Kroatiƫ) is eigenaar van een onderneming die zich bezighoudt met houtkap en ondersteunende diensten in de bosbouw. Tijdens een controle is gebleken dat MK voorbelasting in aftrek heeft gebracht op basis van vervalste facturen. De betreffende levering van aardolieproducten heeft in werkelijkheid niet plaatsgevonden. Ook heeft MK op niet-authentieke facturen gebaseerde economische activiteiten in zijn boekhouding opgenomen, en hiermee misbruik gemaakt van het recht bij overbrenging van accijnsgoederen.

MK stelt dat fictieve facturen, in een situatie waarin de accijnsgoederen in kwestie nooit bestonden, niet tot het ontstaan van een accijnsverplichting kunnen leiden.

Aangezien accijns een heffing is die betrekking heeft op het verbruik van bepaalde goederen, zijn er bij de verwijzende rechter twijfels gerezen of de wijze van vaststelling van de accijnsverplichting in overeenstemming is met het Unierecht, dat wil zeggen met de Europese regels betreffende accijnsheffing. Zij heeft daarom over deze kwestie een prejudiciƫle vraag gesteld aan het HvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
10 oktober 2016 t/m 31 december 2017
Instantie
HvJ
Datum instantie
20 november 2024
Rolnummer
T-534/24
NLF-nummer
NLF 2025/0147
Aflevering
21 januari 2025

Naar de bovenkant van de pagina