Samenvatting
Dit wetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Maatoug (GroenLinks), Van der Lee (SP) en Nijboer (PvdA) bestaat uit een combinatie van de volgende zes voorstellen om knelpunten in de fiscale behandeling van aanmerkelijk belang weg te nemen.
1. Afschaffen doelmatigheidsmarge gebruikelijkloonregeling
Het minimumloon van de dga wordt na invoering van deze maatregel vastgesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
- minimaal 100% van de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap;
- € 48.000.
2. Afschaffen doorschuifregeling (DSR) in de ab-sfeer voor schenking en vererving
De DSR in de inkomstenbelasting voor vererving en schenking van aanmerkelijk belang wordt door dit wetsvoorstel afgeschaft.
3. Aanpassen tarief box 2
Dit wetsvoorstel voorziet in een verlaging van het basistarief in box 2 van 26,9% naar 26% en gaat gelden voor inkomsten uit aanmerkelijk belang tot € 60.000. Daarnaast wordt een tweede schijf geïntroduceerd voor alle inkomsten boven € 60.000, met een tarief van 40,59%.
4. Verhuurd vastgoed standaard aanmerken als beleggingsvermogen voor de BOR en DSR
Om de BOR beter aan te laten sluiten op de doelstelling van de regeling wordt hier voorgesteld om verhuurd vastgoed aan te merken als beleggingsvermogen, waardoor het niet in aanmerking komt voor de BOR.
5. Kleine ab-pakketten uitzonderen van de BOR
Deze maatregel houdt in dat alleen ab- pakketten met een omvang van minimaal 25% van de gewone aandelen in aanmerking komen voor de BOR.
6. Verlagen vrijstelling BOR
Deze maatregel draait de verschillende onnodige verruimingen van de BOR in de afgelopen twee decennia terug door het percentage van de vrijstelling te verlagen naar 25%. De huidige vrijstelling is 100% van de waarde going concern tot ruim € 1 miljoen, en 83% van de rest van het ondernemingsvermogen, of 100% van de liquidatiewaarde als die hoger is dan de waarde going concern. Deze maatregel versimpelt de regeling door één percentage toe te passen voor de gehele vrijstelling. Daarnaast wordt de totale vrijstelling gemaximeerd op € 1 miljoen aan ondernemingsvermogen, ook voor bedrijven met een waarde van meer dan € 4 miljoen.