Direct naar content gaan

Samenvatting

X is (middellijk) bestuurder en enig aandeelhouder van een bv. De Inspecteur heeft informatie opgevraagd in Hongkong op basis van het belastingverdrag met betrekking tot een Chinese Ltd. (hierna: A) en onder meer diens relatie met de bv. Hongkong heeft die informatie niet verstrekt. Het OM heeft om dezelfde informatie gevraagd op basis van het rechtshulpverdrag in strafzaken. Hongkong heeft de informatie nu wel verstrekt onder de voorwaarde dat de informatie alleen voor strafrechtelijke doeleinden wordt gebruikt. De Inspecteur heeft de informatie opgevraagd bij het OM op grond van artikel 55 AWR en de informatie gebruikt voor een aan X opgelegde navorderingsaanslag IB/PVV 2012.

X heeft beroep en hoger beroep ingesteld.

De Inspecteur heeft de informatie uit Hongkong in deze procedure overgelegd maar de informatie later ter zitting van 15 augustus 2019 uit het procesdossier verwijderd. Dat is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de goede procesorde, oordeelt Hof Den Bosch.

Het Hof oordeelt vervolgens dat het gebruik van de uit Hongkong op grond van het strafrechtelijke rechtshulpverdrag verkregen informatie voor belastingheffingsdoeleinden in strijd is met de tussen verdragsstaten vereiste verdragstrouw. Het druist zozeer in tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. Dat is zelfs het geval indien alsnog door Hongkong het gebruik van de verstrekte informatie voor belastingheffingsdoeleinden zou worden toegestaan. Het Hof laat de uit Hongkong verkregen informatie buiten beschouwing. Aangezien het overblijvende bewijs tekortschiet, wordt de navorderingsaanslag vernietigd. Er zijn geen bewijsstukken waaruit een geldstroom tussen de bv en A blijkt. De Inspecteur heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat X in zijn hoedanigheid van dga door tussenkomst van andere rechtspersonen een in de IB/PVV-heffing te betrekken winstuitdeling heeft genoten.

Wenselijkheid van een ethische gedragscode voor de belastingdienst

Op 3 december 2019 schreef de Minister van Financiën dat “ het wenselijk zou zijn als het bedrijfsleven en de belastingadviessector in het kader van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid een «tax governance code» zouden ontwikkelen.” Na het lezen van deze uitspraak van het Hof Den Bosch bekruipt me het gevoel dat de belastingdienst een ethisch probleem heeft waar ook een governance code bij zou passen.

Als adviseur zijn we gewend te werken in een rechtsgebied waar grote delen zwart en wit zijn en waar een klein stuk grijs is. Over het grijze stuk kun je van mening verschillen. De discussie over maatschappelijke verantwoordelijkheid gaat vaak over situaties dat de wettekst duidelijk is, maar tot een ongewenst effect leidt voor de overheid.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
23 juli 2020
Rolnummer
17/00214
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2351
Auteur(s)
mr. drs. B.B. de Mik
Vrije Universiteit/De Brauw Blackstone Westbroek
NLF-nummer
NLF 2020/1985
Aflevering
17 september 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3683
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=52a&lid=1,bwbr0002320&artikel=55,bwbr0002320&artikel=55,bwbr0002320&artikel=55&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e,bwbr0002320&artikel=67e

Naar de bovenkant van de pagina