Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft samen met zijn ex-partner twee kinderen. Hij heeft ten onrechte in zijn aangifte IB/PVV 2017 aangegeven dat zijn jongste zoon minstens zes maanden op hetzelfde adres als X stond ingeschreven. Als gevolg van deze vergissing of fout is hem de inkomensafhankelijke combinatiekorting (iack) toegekend en heeft hij een te hoge voorlopige teruggave ontvangen.

X beroept zich in deze procedure op schending van het zorgvuldigheidsbeginsel. Als de Belastingdienst zorgvuldig te werk was gegaan en de inschrijving in de gemeentelijke basisregistratie zou hebben geraadpleegd, zou de Belastingdienst concluderen dat er niet is voldaan aan de inschrijvingseis als een van de voorwaarden voor de iack. In dat geval zou de Belastingdienst niet een te hoge voorlopige teruggave hebben gedaan.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant en in hoger beroep Hof Den Bosch is de Inspecteur niet gehouden een dergelijk onderzoek te doen in de fase voordat de voorlopige aanslag wordt opgelegd. Het Hof verklaart het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
13 juli 2022
Rolnummer
21/00566
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:2393
NLF-nummer
NLF 2022/1468
Aflevering
28 juli 2022

Naar de bovenkant van de pagina