Samenvatting
Met dit wetsvoorstel wordt invulling gegeven aan de afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord en wordt de salderingsregeling met ingang van 2027 beëindigd. Het beëindigen van de salderingsregeling is een maatregel die zorgt voor een efficiënter en eerlijker gebruik van het energiesysteem. De beëindiging van de salderingsregeling vermindert de belasting van het elektriciteitsnet en daarmee het risico op extra netcongestie. Daarnaast brengt de salderingsregeling een aanzienlijke kostenpost met zich voor zowel de schatkist als voor leveranciers.
De voorstellen voor de beëindiging van de salderingsregeling zorgen ervoor dat actieve afnemers een redelijke vergoeding krijgen voor teruggeleverde elektriciteit. Artikel 2.34 Energiewet bepaalt dat deze vergoeding voor kleine aansluitingen niet negatief mag zijn. Toch kunnen meerkosten die worden doorberekend in het vastrecht in de praktijk leiden tot negatieve opbrengsten. De toelichting bij het wetsvoorstel geeft geen duidelijkheid over de (on)wenselijkheid hiervan, ondanks dat de ACM dit in haar advies heeft benadrukt. De NOB vraagt daarom om verdere verduidelijking.
Met betrekking tot de verwerking van het einde van de salderingsregeling wijst de NOB op het feit dat veel consumenten leveringscontracten hebben met verbruiksperiodes die niet samenvallen met het kalenderjaar. De NOB verzoekt de staatssecretaris om te bevestigen of leveranciers dezelfde systematiek kunnen toepassen als bij wijzigingen van tarieven gedurende de verbruiksperiode, zoals beschreven in paragraaf 7.8.13 Handboek Milieubelastingen. Dit zou voor consistentie zorgen bij de overgang naar de nieuwe regeling en een duidelijke afwikkeling van verbruiksperiodes die niet overeenkomen met het kalenderjaar.