Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze procedure is de WOZ-waarde van de woning van X (belanghebbende) per waardepeildatum 1 januari 2020 in geschil. X bepleit een waarde van € 899.000. De Heffingsambtenaar verdedigt de bij uitspraak op bezwaar gehandhaafde waarde van € 949.000.

De totale oppervlakte van de grond die tot de woning behoort bedraagt 1.966 m2. De Heffingsambtenaar heeft de waarde van de grond bepaald op € 223 per m2.

Vast staat dat de grond bij de woning gedeeltelijk een woonbestemming en gedeeltelijk een agrarische bestemming heeft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Heffingsambtenaar bij de waardebepaling van de grond ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het waardedrukkende effect dat uitgaat van de bestemming die rust op de agrarische grond bij de woning.

Omdat geen van beide partijen de voorgestane waarde aannemelijk kan maken, bepaalt de Rechtbank de waarde van de woning als geheel schattenderwijs op € 905.000. Daarbij neemt de Rechtbank tot uitgangspunt dat de waarde van de agrarische grond op de waardepeildatum € 20 per m2 bedraagt.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
26 augustus 2024
Rolnummer
22/222
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:6049
NLF-nummer
NLF 2024/2154
Aflevering
24 september 2024
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina