Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 14 april 2020 verzocht W M, van Oostenrijkse en Liechtensteinse nationaliteit, de Oostenrijkse Sozialversicherungsanstalt der Selbständigen (SVS) om hem op basis van Verordening 1408/71 een E101-formulier af te geven waaruit blijkt dat hij onder de Oostenrijkse sociale zekerheid viel voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 maart 2018, waarin hij tegelijkertijd op zelfstandige basis beroepswerkzaamheden als arts uitoefende in Oostenrijk, Liechtenstein en Zwitserland, die goed waren voor respectievelijk ongeveer 19%, 78% en 3% van zijn inkomen.

Vóór hij op 1 januari 2017 een aanvullende zelfstandige beroepswerkzaamheid in Zwitserland begon, was W M tegelijkertijd werkzaam als zelfstandige in Liechtenstein en Oostenrijk en was hij wegens zijn woonplaats in Oostenrijk onderworpen aan de Oostenrijkse socialezekerheidswetgeving overeenkomstig artikel 14 bis, punt 2, Verordening 1408/71.

De SVS heeft geherclassificeerd als een aanvraag voor een A1-formulier en dit verzoek afgewezen.

Het Bundesverwaltungsgericht (federale bestuursrechter in eerste aanleg, Oostenrijk) heeft het door W M tegen dit besluit ingestelde beroep gegrond verklaard en geoordeeld dat aan W M alsnog een verklaring moest worden afgegeven waaruit blijkt dat hij gedurende de periode in kwestie onderworpen was aan de Oostenrijkse sociale zekerheid.

Het Verwaltungsgerichtshof (hoogste bestuursrechter, Oostenrijk), bij wie de SVS beroep in Revision tegen deze beslissing heeft ingesteld, heeft aan het HvJ gevraagd welke socialezekerheidswetgeving van toepassing is.

Het HvJ verklaart het volgende voor recht:

Verordeningen 1408/71 en 883/2004, met hun wijzigingen, regelen de sociale zekerheidsrechten van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Europese Unie verplaatsen. Deze verordeningen zijn van toepassing op situaties waarin een burger van de EU zelfstandige activiteiten verricht in zowel een EU-lidstaat als een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) die deel uitmaakt van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), en daarnaast nog een zelfstandige activiteit begint in Zwitserland. De toepasselijke socialezekerheidswetgeving moet afzonderlijk worden vastgesteld op basis van eerst de EER-overeenkomst en vervolgens de overeenkomst tussen de EU en Zwitserland over het vrije verkeer van personen. Hiermee wordt bepaald welke nationale sociale zekerheidsregels van toepassing zijn op de betrokkene.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
1 januari 2017 tot en met 31 maart 2018
Instantie
HvJ
Datum instantie
26 september 2024
Rolnummer
C-329/23
ECLI
ECLI:EU:C:2024:802

Naar de bovenkant van de pagina