Direct naar content gaan

Samenvatting

Uit het voorstel van wet:


Artikel I

 De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: 


 B. In artikel 3.76, tweede lid, wordt “€ 7030” vervangen door “€ 6.670”. 


Artikel II

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2022 als volgt gewijzigd:


C. In artikel 3.76, tweede lid, wordt “€ 6.670” vervangen door “€ 6.310”.


Artikel III

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2023 als volgt gewijzigd: 


C. In artikel 3.76, tweede lid, wordt “€ 6.310” vervangen door “€ 5.950”.


Artikel IV

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2024 als volgt gewijzigd: 


C. In artikel 3.76, tweede lid, wordt “€ 5.950” vervangen door “€ 5.590”. 


Artikel V 

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2025 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 5.590” vervangen door “€ 5.230”. 


Artikel VI

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2026 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 5.230” vervangen door “€ 4.870”. 


Artikel VII 

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2027 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 4.870” vervangen door “€ 4.510”. 


Artikel VIII

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2028 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 4.510” vervangen door “€ 4.120”. 


Artikel IX

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2029 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 4.120” vervangen door “€ 4.010”. 


Artikel X

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2030 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 4.010” vervangen door “€ 3.900”. 


Artikel XI 

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2031 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 3.900” vervangen door “€ 3.790”. 


Artikel XII

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2032 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 3.790” vervangen door “€ 3.680”. 


Artikel XIII

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2033 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 3.680” vervangen door “€ 3.570”.  


Artikel XIV

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2034 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 3.570” vervangen door “€ 3.460”. 


Artikel XV

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2035 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 3.460” vervangen door “€ 3.350”. 


Artikel XVI 

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2036 in artikel 3.76, tweede lid, “€ 3.350” vervangen door “€ 3.240”. 


Artikel XL

In het Belastingplan 2020 vervallen de artikelen II tot en met IX. 

Memorie van toelichting: algemeen deel p. 6 en 10, artikelsgewijze toelichting p. 32 e.v.

In het Belastingplan 2021 is een verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek voor ondernemers (artikel 3.76, lid 2, Wet IB 2001) opgenomen. De afbouw van de zelfstandigenaftrek begon in augustus 2019, toen werd besloten de zelfstandigenaftrek met ingang van 2020 in acht stappen van € 250 en één stap van € 280 af te bouwen naar € 5.000 in 2028. Hiertegenover stond een verhoging van de arbeidskorting in zowel 2020 als 2021 met € 106 en in 2022 met € 73. Hiermee worden zelfstandigen in die jaren gecompenseerd voor de verlaging van de zelfstandigenaftrek. Deze afspraken werden vastgelegd in het Belastingplan 2020.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Instantie
MvF
Datum instantie
14 september 2020
Parlementair dossier
NLF-nummer
NLFs 2020/0330
Aflevering
24 september 2020b
Auteur(s)
mr. W.J.H. Antonisse
Horlings Belastingadviseurs
bwbr0011353&artikel=3.76

Naar de bovenkant van de pagina