Direct naar content gaan

Samenvatting

X (nv) is op 31 augustus 2004 opgericht naar het recht van Curaçao. Tijdens haar bestaan heeft X deel uitgemaakt van een groep van vennootschappen die zich gezamenlijk bezighielden met (onder meer) de exploitatie van een tweetal internetcasino’s. In 2014 zijn die activiteiten verkocht aan een Zweedse partij.

Met dagtekening 27 februari 2017 heeft de Inspecteur ten aanzien van X voor 15 belastingaanslagen een informatiebeschikking gegeven. Namens de voormalige vereffenaar en de voormalige aandeelhouders ten tijde van de vereffening van X, is op naam van X hiertegen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. Dat is volgens Rechtbank Gelderland onterecht. De Rechtbank heeft de informatiebeschikkingen vernietigd.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat het gehouden is zich ambtshalve van het bestaan van X te vergewissen, en dat de stelling van de Inspecteur dat de Nederlandse belastingrechter niet bevoegd is zich hierover uit te laten, moet worden verworpen.

Uit de desbetreffende mededeling in de Curaçaose Courant van 31 juli 2015 heeft het Hof afgeleid dat X ten tijde van het opleggen van de belastingaanslagen en het nemen van de informatiebeschikkingen naar Curaçaos recht was opgehouden te bestaan.

Naar het oordeel van het Hof dient in casu overeenkomstig het arrest van de Hoge Raad van 19 september 2003 (38.372, ECLI:NL:HR:2003:AK8288) niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren tegen de informatiebeschikkingen achterwege te blijven, aangezien tegen die informatiebeschikkingen bezwaar is gemaakt namens de voormalige vereffenaar op naam van X voordat de vereffening is heropend.

Het Hof heeft met betrekking tot de vraag of de informatiebeschikkingen moeten worden vernietigd, geoordeeld dat het bestaanseinde van X tot gevolg heeft gehad dat X zelf niet meer in staat was tot nakoming van de in die informatiebeschikkingen omschreven verplichtingen. Er is geen vertegenwoordigend orgaan (bestuur of vereffenaar) aan te wijzen dat aan de verzoeken van de Inspecteur kon voldoen. Gelet hierop kan X niet in verzuim zijn in de voldoening aan haar verplichtingen uit hoofde van de artikelen 47, 49 en 52 AWR. De andersluidende vaststelling door de Inspecteur bij de onderhavige informatiebeschikkingen houdt geen stand, zodat deze terecht door de Rechtbank zijn vernietigd.

De staatssecretaris heeft met twee middelen cassatieberoep ingesteld, maar volgens de Hoge Raad falen alle middelen.

Het cassatieberoep is ongegrond.

Conform Conclusie A-G IJzerman (NLF 2022/0675, met noot van Hageman).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HR
Datum instantie
21 april 2023
Rolnummer
20/04297
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:543
Auteur(s)
mr. Y.E.J. Geradts
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2023/0988
Aflevering
4 mei 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5739
bwbr0002320&artikel=26a&lid=1,bwbr0002320&artikel=47,bwbr0002320&artikel=47&lid=1,bwbr0002320&artikel=52a,bwbr0002320&artikel=52a&lid=1,bwbr0002320&artikel=47,bwbr0002320&artikel=52a

Naar de bovenkant van de pagina