KG:202:2024:34 Verzekeringskosten van een hulpmiddel en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Publicatiedatum 28-11-2024, 13:19 | Laatste update 28-11-2024, 13:19 | Standpunt
Aanleiding
Belastingplichtige heeft wegens ziekte en/of invaliditeit een hulpmiddel aangeschaft dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Bij de aanschaf sluit belastingplichtige ook een verzekering af voor beschadiging, diefstal of verlies van het hulpmiddel.
Vraag
Kwalificeren de kosten voor een verzekering ter vervanging van een hulpmiddel bij beschadiging, diefstal of verlies als uitgaven voor hulpmiddelen in de zin van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel d, Wet IB 2001?
Antwoord
Ja, mits er sprake is van een specifieke verzekering die alleen betrekking heeft op het betreffende hulpmiddel, zoals bijvoorbeeld een diefstalverzekering.
Beschouwing
Verzekeringskosten
Op grond van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel d, Wet IB 2001 worden uitgaven voor hulpmiddelen, voor zover deze hulpmiddelen van een zodanige aard zijn dat zij hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt, aangemerkt als uitgaven voor specifieke zorgkosten.
De kosten voor de verzekering van een hulpmiddel zijn niet als directe kosten van het hulpmiddel te beschouwen, maar houden wel sterk verband met het hulpmiddel. De verzekering zorgt er voor dat ook na beschadiging, verlies of diefstal de belastingplichtige kan blijven beschikken over het benodigde (vervangende) hulpmiddel.
De aftrek geldt alleen voor een verzekering die specifiek gericht is op het hulpmiddel. Als het een algemene verzekering betreft waarbij het hulpmiddel ook onder de dekking valt, zoals bijvoorbeeld een inboedelverzekering, staat de verzekering in een te ver verwijderd verband met het hulpmiddel om de kosten daarvan aan te merken als uitgaven voor specifieke zorgkosten.
Overige voorwaarden
Voor het in aanmerking nemen van uitgaven voor hulpmiddelen als uitgaven voor specifieke zorgkosten moet ook aan de overige voorwaarden voor aftrek zijn voldaan. De uitgaven moeten op grond van artikel 6.1 Wet IB 2001 op de belastingplichtige drukken en de belastingplichtige moet zich redelijkerwijs gedrongen hebben kunnen voelen tot het doen van de uitgaven. Daarnaast moeten de uitgaven ingevolge artikel 6.17, eerste lid, aanhef, Wet IB 2001, zijn gedaan wegens ziekte of invaliditeit van personen die behoren tot de kring van personen als bedoeld in artikel 6.16 Wet IB 2001. Verder kunnen belastingplichtigen de uitgaven voor specifieke zorgkosten enkel in aanmerking nemen indien (of voor zover) geen aftrekbeperking van artikel 6.18 Wet IB 2001 van toepassing is en voor zover de uitgaven meer bedragen dan de drempel van artikel 6.20 Wet IB 2001.