Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De WOZ-waarde van de woning van X (belanghebbende) is naar waardepeildatum 1 januari 2014 vastgesteld op € 322.500.

X heeft in het onderhavige hoger beroep een aantal standaardgrieven aangevoerd die door Hof Amsterdam in zijn uitspraken van 9 maart 2021 (19/00626 e.a, ECLI:NL:GHAMS:2021:473, NLF 2021/1393) en 31 oktober 2023, 22/2297, ECLI:NL:GHAMS:2023:2594) reeds zijn verworpen. Het Hof verwerpt deze standaardgrieven ook nu en verwijst daartoe naar zijn overwegingen in deze eerdere uitspraken. Het Hof ziet geen aanleiding in deze zaak anders over de (standaard)grieven te oordelen.

Het beroep van X op schending van het gelijkheidsbeginsel slaagt niet.

X heeft ter zitting van het Hof berust in de stelling van de Heffingsambtenaar dat deze de berekening van de erfpachtcorrecties van de vergelijkingsobjecten in de bezwaarfase heeft verstrekt. Het Hof verwerpt de stelling van X dat er een verschil in ligging is tussen de vergelijkingsobjecten en de woning dat tot een lagere waarde van de woning noopt.

De Heffingsambtenaar is geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat hij de WOZ-waarde op waardepeildatum 1 januari 2014 niet te hoog heeft vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
16 juli 2024
Rolnummer
22/2523
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:2295
NLF-nummer
NLF 2024/2105
Aflevering
17 september 2024
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina