Samenvatting
X (belanghebbende) is een naar Luxemburgs recht opgericht en in Luxemburg gevestigd beleggingsfonds. Naar Luxemburgs recht heeft X de rechtsvorm van een Sicav (Société d’investissement à capital variable). X is in Luxemburg niet onderworpen aan een belasting naar de winst.
X is een instelling voor collectief beleggen met variabel kapitaal. Zij is een paraplufonds met afzonderlijke subfondsen.
Elk subfonds heeft verschillende soorten participaties die elk hun eigen winstgerechtigdheid hebben. Er zijn capitalisation shares, dit zijn aandelen die geen dividend uitkeren. Deze aandelen worden met een C aangeduid. Daarnaast zijn er winstuitkerende aandelen die worden aangeduid met een D. X beoogt alleen dividend uit te keren op de winstuitkerende aandelen D.
In de jaren waarop de teruggaafverzoeken zien, heeft X dividenden van in Nederland gevestigde vennootschappen ontvangen waarop Nederlandse dividendbelasting is ingehouden.
Luxemburg kent geen bronbelasting ter zake van de uitkeringen van winst. Het belastingstelsel zoals dat in de onderhavige boekjaren in Luxemburg gold, voorziet evenmin in een heffing door die lidstaat, over feitelijke dividenduitkeringen dan wel niet-uitgekeerde winsten op het niveau van niet in Luxemburg woonachtige of gevestigde aandeelhouders in een aldaar gevestigde beleggingsinstelling.
X is in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.
Bij Hof Den Bosch is in geschil of X recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting, maar volgens het Hof is dat niet het geval. X is onvergelijkbaar met in Nederland gevestigde fiscale beleggingsinstellingen, omdat Luxemburg ervoor kiest om niet aldaar woonachtige of gevestigde aandeelhouders niet in de heffing te betrekken ter zake van uit Nederland stammend dividendinkomen. Reeds daarom is het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wordt bevestigd.