Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft het hoger beroep van appellante tegen de definitieve vaststelling van haar zorgtoeslag over 2019 op nihil afgewezen. De Dienst Toeslagen had eerder vastgesteld dat het gezamenlijke toetsingsinkomen van appellante en haar toeslagpartner boven het maximum voor zorgtoeslag lag vanwege een Niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNbi) van € 75.806. Volgens X mag het pensioen dat haar echtgenoot (toeslagpartner) vanuit de Europese Commissie ontving, niet worden meegenomen bij de berekening van het recht op zorgtoeslag.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat Dienst Toeslagen terecht het NiNbi heeft meegenomen in het toetsingsinkomen op grond van artikel 8, lid 2, Awir. Daarbij stelde de Rechtbank dat artikel 12 Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie dit niet uitsluit. De ABRvS onderschrijft dit oordeel en voegt toe dat de memorie van toelichting bij artikel 19 Awir geen uitzondering op dit principe rechtvaardigt.

De ABRvS bevestigt het oordeel van de Rechtbank.

Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Toeslagen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Raad van State
Datum instantie
20 november 2024
Rolnummer
202306893/1/A2
ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4736
NLF-nummer
NLF 2024/2658
Aflevering
26 november 2024
bwbr0018472&artikel=8&lid=2,bwbr0018472&artikel=8&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina